De volgende citaten zijn van Rinny zelf:
"Op zeker moment wil je een erkenning als een eerlijk schilder, als een eerlijk werkman."
"In Wolvega wordt je eigenlijk te weinig met kunst geconfronteerd. Je moet er altijd een eind voor reizen. Er zijn hier geen grote kunstenaarsgroepen en dus ook weinig mensen waarmee je over je werk kunt praten. Voor exposities is weinig ruimte en als je ergens anders, bijvoorbeeld in het westen, wilt exposeren, heb je heel veel kosten. Bovendien moeten ze je eerst accepteren en dat geeft extra rompslomp."
"Je kunt rondkomen wanneer je voor jezelf geen al te hoge eisen stelt. Een biertje kan er wel af, elk half jaar een nieuw pak niet."
"Ik ben een schilder onder de boeren, en een boer onder de schilders."
"Tekenen is altijd het vak geweest dat mij het beste lag, vooral wat de kleuren betreft. Als kind zijnde had je veel meer vormgevoel dan nu."
"Ik geloof dat de mens realistisch van aard is, want er zijn mensen die abstract maken en ook abstract denken. Een kind doet dat dus nooit, een kind denkt altijd realistisch. Dat abstracte wordt dus geboren uit het realisme, volgens mij dus een voorloper."
"Wie ik ontzettend bewonder is William Turner. Hij leefde in de 18e, 19e eeuw. Hij was een impressionist. Hij ging van atmosferen uit. Hij schiep dus dampige atmosferen. Hij vervaagde veel lijnen."
"Ik geloof dat het goed is dat er eens opspraak komt, maar ik voel er zelf niets voor. Ik ga toch mijn eigen gang."
"Ik geloof dat het een grote fout is van de mensen die zeggen: "O daar heb je weer zo'n kunstenaar die van ons geld leeft. Meestal nemen diezelfde mensen als ze gaan verbouwen of een toilet aanleggen, onmiddellijk subsidie."
"Men heeft het recht om iets wat voor je gemaakt is door de ouderen, af te breken. Als je alles klakkeloos moet aannemen, wie leeft er dan? Je vader, maar niet jij."
"Iedereen kan kunst kopen. Ze hoeven toch niet alles in één keer te betalen. Een bankstel nemen ze toch ook op de pof? Dat kan bij mij ook. Het gaat me niet onmiddelijk om het geld, als ze het maar fijn vinden."
"De meeste mensen gaan niet goed gekleed de natuur zien, maar ze zien niets. Alleen geknipte heggetjes."
"Toch ligt het me wel, storm, regen, sneeuw, het geeft mooie luchten en een ietwat geheimzinnige waas, waar een klerk, verkoper of een verwarmingsmonteur de rillingen van krijgt."
"Ik vind de uil de meest fascinerende vogel die er is. Niet alleen is ie erg mooi, maar hij heeft ook een heel bijzonder leefpatroon. Het is een nachtdier dat volkomen geruisloos kan vliegen. Hij laat zich bij de jacht meer leiden door zijn gevoel dan door zijn verstand. Alles aan de uil boeit me. Van de onheilspellende schreeuw die hij uitstoot, tot de ogen die vast in de kas zitten."
"Er zijn mensen bang voor uilen. Die angst ontstaat door de strakke ogen. Ze kijken je altijd aan. De uil trekt met z'n kop, volgt zijn prooi. De blik, dat gevoel moet ik vastleggen."
Foto's: Schilderij van een Kerkuil met prooi, en een zelfportret (pentekening)