Na zijn diensttijd ging Rinny werken voor C.P. Polak/Coca-Cola als reclameschilder.
Hij woonde toen bij zijn zus Gien ten Hoven, die samen met haar man een horecazaak had in Groningen.
Elke woensdagmiddag bezocht hij de academie Minerva in Groningen, waar hij zat te schilderen.
Op een bepaald moment kreeg hij telefoon van de leraar Evert Musch die hem uitnodigde toelatingsexamen te doen.
Rinny was daar erg mee ingenomen.
Van 1 Augustus 1962 tot eind juni 1966 heeft hij op Minerva gezeten.
Het was één van de gelukkigste periodes uit zijn leven, ondanks het feit dat Rinny niet echt gelukkig was in de stad.
Hij ging dan ook in de weekenden vaak naar Wolvega, waar zijn moeder toen woonde.
Toch had hij ook in Groningen veel vrienden.
Om wat bij te verdienen ging hij kraantjeskannen beschilderen van de firma C.Kurtz & Co metaalwarenfabriek uit Tiel.
Hij had boven op zijn kamer een ketel staan waarin die kraantjeskannen werden gemoffeld(Na het lakken werden ze daarin bij hoge temperatuur gedroogd).
Op den duur moest hij er van de leraren mee ophouden omdat hij te priegelig begon te werken.
Toch lag het fijne tekenwerk hem bijzonder goed.
Rinny heeft in die periode nog eens een eigen ontwerp voor de kraantjeskannen gemaakt: een Drentse schaapskooi.
Eerst werd dat afgekraakt, maar later werd het een veelverkocht model.
Hij heeft er nooit iets voor gekregen.
Van 1 februari tot 22 juni 1966 deed Rinny eindexamen in de studierichting “Vrije teken-, schilder-, plastische en grafische kunst”.
Wat opvalt is de acht voor grafische technieken, een onderdeel van zijn kunstenaarschap dat hem, ook volgens derden het beste lag.