Periodes van grote werklust werden vaak afgewisseld met periodes van veel drankgebruik. Rinny  lag dan vaak erg lang op bed. Toch vond hij altijd wel wat uit om de tijd door te komen. Als hij toevallig in Wolvega was en teveel gedronken had, verbleef hij regelmatig bij zijn zus Nelly. Hij zag er dan niet tegenop om haar midden in de nacht uit bed te trommelen. De volgende dag onderhielden zij en haar man Piet hem dan wel eens over zijn gedrag en zijn geldverslindende manier van leven, maar dan zei hij: "Ach, jim ok altied over dat geld te zeuren." Hij kon daar gewoon niet tegen. Rinny was geen ochtendmens. Hij moest 's morgens eerst even bijkomen, dronk wat melk uit de koelkast en vertrok. 's middags om een uur of vijf kwam hij soms weer aanzetten en ging met zijn jas aan op de stoel zitten. Als Nelly dan zei dat ze het eten klaar had, at hij lekker mee. "Och, och, wat hebbe ik lekker eten, ik bin d'r mu van," zei hij dan na afloop. Had Rinny drank op dan was hij volgens Nelly vaak erg verdrietig. Hij zat dan naast haar met de arm om haar heen uit te huilen.

Rinny kende ook momenten van veel plezier. Zo kon hij onbedaarlijk lachen om een mopje over een vis die uit de vissenkom was gevallen waarna de eigenaar zei: "En ok nog bieten naor de baos." 

Komische situaties deden zich voor op het jaarlijkse feest in Steggerda waarbij hij ook zijn vrienden betrok. Zo speelde hij tijdens het jaarlijkse dorpsfeest in Steggerda diverse rollen, waaronder Jan Hut, een muzikant en een travestiet. Traditiegetrouw bleef hij, na het dorpsfeest in de Blesse, 's nachts slapen in de tuin van Jacob de Vent.

Zijn brommer zorgde ook voor veel verhalen. Zo reed hij eens zonder licht op de weg, toen er plotseling een politieauto naast hem kwam rijden en hem aansprak over het niet-voeren van enige verlichting. Rinny schijnt gezegd te hebben: "As jim naost mi'j rieden blieven he'k locht genoeg."

Een andere keer zette hij een brandende kaars op zijn helm, om daarmee het verlichtingsprobleem op te lossen. Als hij door de drank niet in staat was om fatsoenlijk te rijden en door de politie werd betrapt, ging de conversatie als volgt: "Siemonsma, het is beter dat u de brommer laat staan," waarop Rinny dan antwoorde: "Man, ik bin bliede da'k zitte. Lopen kan'k al hielemaole niet meer."

Soms werd het kroegleven zelfs Rinny wel eens teveel. Hij viel dan bij de stamtafel in slaap. Maar als men hem dan wakker maakte, bestelde hij direct weer een citroenjenevertje. Als herinnering aan hem lag in café Bijker jarenlang zijn hoed op de plank.

Contact met politie en justitie had Rinny door zijn escapades regelmatig, maar een ervaring met de politie in België bekwam hem toch niet best. Op bezoek in Brussel met een stel vrienden ging Rinny naast "Manneke Pis" staan plassen. Hij had de gulp nog niet dicht of hij werd al opgepakt door de politie. Met de duim omhoog zat hij in de politieauto. Op het politiebureau werd hij vervolgens niet zachtzinnig behandeld. Het was een heel gedonder om hem weer mee te krijgen, al hadden ze er na afloop veel lol om.

Een andere ervaring was zijn verblijf in een strafgevangenis, omdat hij een boete niet had betaald. Hij vond die week veel te kort, want hij had daar heel goede gesprekken en "las" daar veel boeken om op de lege bladzijden te kunnen tekenen. Tekenen was niet toegestaan, maar met een meegesmokkeld potloodje wist hij zich best te redden. Eén keer zorgde hij voor veel opschudding door tijdens het luchten voor de grap te vertellen dat hij zo'n heerlijk "vissie" gegeten had. De rest had dat niet en voelde zich misdeeld.

 

Foto's: - In de kroeg.

             -Verkleed als muzikant.

             -Verkleed als travestiet.

             -Met zijn vrienden tijdens het Steggerda feest.