In 1980 kocht Rinny, dankzij de steun van zijn broer Piet, op een veiling de nevenvestiging van de Nederlands Hervormde Kerk Willemsoord, dat tot dan toe gebruikt werd als zondagsschoolgebouwtje. Het was iets aparts en juist dat zal hem zeer hebben aangesproken. Een probleem was dat er geen woonbestemming op zat. Na wat touwtrekken wist hij het voor elkaar te krijgen dat hij er mocht wonen

Rinny heeft zich hier het eerste jaar kunnen uitleven in het restaureren en schilderen van het gebouwtje. Zo werd er weer een fraaie torenspits op gezet, die gemaakt was door oud-melkboer Johan Peereboom uit De Blesse. In de torenspits zit een ruimte waarin plaats is voor een kerkuil. 

Na het eerste jaar aan de Westvierdeparten was Rinny veel uithuizig. Zijn relatie met zijn toenmalige vriendin werd er niet beter op, en nadat het kerkje af was, kregen velen de indruk dat hij daar niet echt gelukkig was.

"Hij heeft het gekocht om de mythe in stand te houden," was een uitspraak die je hoorde van mensen om hem heen.

Wel is bekend dat Rinny vaak bij zijn buurvrouw 'Wil van Es' kwam om een kopje koffie te drinken en een krantje te lezen. Omdat hij niet was aangesloten op de waterleiding haalde hij daar het water wat hij nodig had. Hij paste ook vaak op de katten als Wil niet thuis was, maar of de beestjes het echt goed hadden bij haar afwezigheid is de vraag. Rinny at namelijk zelf het kattevoer op en gaf dan aan dat dit prima smaakte. Hij zei dan vaak  'Ie weten niet waj' missen maot, wat eten die beesten lekker!'

Rinny was  in die tijd ook veel op camping "De Leemstobbe" te vinden. Deze camping was van zijn vriend Henk Bosma. Ook daar kwam hij 's morgens vaak even een kopje koffie drinken. Een paar keer per jaar waste hij er zijn kleren. Elke woensdagavond maakte hij het kampvuur, en ook in de tennisnachten ontfermde hij zich met groot genoegen over het vuur.

Rinny bleef wat hij van jongsaf al was geweest, een natuurmens. Dat hij de natuur anders beleefde dan de meeste mensen mag blijken uit het volgende opmerkelijke citaat : "Het buitenleven is nog een experiment, de intimiteit met de natuur een leven in direct contact met aarde, lucht, planten en dieren. De natuur is iets geweldigs en ik zoek haar in eenzaamheid groots te ondergaan. Alleen via de mens, via "gezichten van uitdrukking" is er gevoel in een schilderij te lezen, waarbij gevoel neerkomt op "belang", "betekenis", vaak op moraal, men trekt graag een ethische les uit een schilderij. Een landschap is eenzaam als er een eenzame kluizenaar in zit te bidden, lieflijk als er meisjes baden in een beek, woest als de mens klein lijkt in het grote bos. Zo heb ik weer eens een landschap om het landschap geschilderd." (citaat van Rinny)

Rinny wilde één zijn met de natuur. Hij ging er prat op dat hij goed tegen de kou kon en sliep vaak buiten. Ook zwom hij regelmatig in de Linde. Urenlang kon hij zwerven in de natuur en deed dan weer inspiratie op voor zijn schilderen. Vooral in de Lindevallei en De Eese heeft hij veel gezworven. De Franse Laan zal hem hebben aangetrokken door het misleidende perspectief dat daarin is aangebracht. Soms hielp hij de natuur een handje en spijkerde dode vogeltjes en muizen op een plankje waar dan de roofvogels op af kwamen, zodat hij ze goed kon bekijken. Zijn grote liefde onder de roofvogels was de uil, want hij zei vaak "A'k een voegel wezen kon, dan wo'k een oele wezen."

Velen zijn met hem de natuur in geweest. Hij kon er prachtig over vertellen en leerde de mensen om goed te kijken. Hij heeft velen van hen de liefde voor de natuur bijgebracht.

Een grote prestatie op het kunstzinnige vlak was het maken van de grote tekening "Bosgezicht". Hij heeft hier heel wat weken werk in zitten en de vermoeidheid is op de foto van zijn gezicht af te lezen. Het was een productieve periode, want naast deze tekening maakte hij in '82/'83 nog diverse schilderijen.

In 1985 gaf hij zijn laatste tentoonstelling in Vollenhove. Hier werd het volgende over geschreven: "Er hangen 41 olieverfschilderijen, tekeningen en etsen met als voornaamste inspiratiebron 'de natuur'. De heer A.L.A.M. Nuyten, voorzitter van de stichting, zei dat men gelukkig was werk van een zo hoge kwaliteit te kunnen tonen." (Het Dagblad 19-3-'85)

 

Foto : Rinny bij het kerkje werkend aan de grote tekening "Bosgezicht."