Rinny zijn verblijf in Huize Lindenoord liep officieel op 1 januari 1972 ten einde, omdat de gemeente per die datum het huurcontract beïndigde. Hij heeft het nog meer dan een half jaar kunnen rekken. Om aan ander onderdak te komen kraakte hij op 18 mei 1972 in een wanhoopspoging de leegstaande pastorie te Oldeholtpade. De Leeuwarder Courant schreef daar over: " De Wolvegaster kunstschilder Rinny Siemonsma heeft donderdagmorgen, waarschijnlijk in een vlaag van wanhoop, de Nederlands Hervormde pastorie te Oldeholtpade gekraakt. Met zijn ezel en ander schildersmateriaal, zijn hond, zijn parkiet, een bed en een stoel trok hij voor dag en dauw vanuit Huize Lindenoord te Wolvega, waarvan de grote achterkamer hem jarenlang als verblijf diende, naar het domineeshuis dat al zo'n anderhalf jaar leeg staat. De vreugde was echter van korte duur, want al in de loop van de morgen kwamen kerkeraadsleden en politie hem bezoeken. Siemonsma werd tenslotte gesommeerd het pand voor vanmorgen negen uur te verlaten. Hij heeft aan dat bevel gevolg gegeven. Het was alleen zijn bedoeling een beslissing te forceren, waarop hij nu al bijna een half jaar wacht." Dit laatste klopt in ieder geval, want Rinny heeft lang geprobeerd om op een fatsoenlijke manier aan het pand te komen. In een brief van begin 1972 aan Remco en Nans Heite schrijft hij: " Je zult wel gehoord hebben dat ik probeer de pastorie als atelier te krijgen, maar ik heb nog geen uitslag. Wel heeft de burgemeester een goede aanbevelingsbrief naar het kerkbestuur geschreven. Deze week zal ik eens naar Oldeholtpade gaan voor de uitslag. In plaats van " ja" of "nee"  zeggen ze steeds " We moeten er over nadenken." Volgens mij draaien ze er maar mooi Christelijk omheen."

Na nog weer een paar maanden in Huize Lindenoord gezeten te hebben, vertrok Rinny definitief. Na een zwervend bestaan van twee jaar zou hij pas weer een vaste stek vinden.

 

Foto: 'Rinny en Bolas'