Na zijn studie aan Minerva vestigde Rinny zich in Wolvega in een pand aan de Van Harenstraat nummer 59, grenzend aan de toenmalige Breuningslaan. Het is afgebroken om plaats te maken voor het pand waar nu makelaardij "De Linde" in zit. Rinny heeft er niet lang gewoond, hij verhuisde al snel naar de tuinkamer van huize Lindenoord. Dit was later de werkkamer van oud burgemeester Remco Heite.
Rinny heeft er met veel plezier gewerkt, al had hij wel eens ruzie met zijn toenmalige bovenburen die zijn nachtelijke escapades, het houden van een polonaise bijvoorbeeld, niet altijd konden waarderen. Toen iemand dat eens met Rinny besprak zei hij : "Och, ze moeten niet zeuren. As zi'j naachs et bedde uut gaot en ze moet pissen dan heur ik dat ok en daor zeg ik ok niks van."
Een journalist beschreef in 1971 zijn atelier als volgt: "Dat atelier hangt en ligt vol met schilderijen en tekeningen. Daar tussendoor loopt Bolas, Rinny's hond, een kruising tussen een boxer en een Schotse collie. Tegen de wand staat een volière, waarin zich een aantal vogeltjes bevinden, die rusteloos heen en weer vliegen." Verder is bekend dat hij op de schoorsteenmantel zijn gipsen masker had staan, een kastje en een koperen olielamp. Daarboven hing "een naakt". Verder stond er een drukpers, een potkachel en hing er een afbeelding van putters.
Rinny had in die tijd een financieel aantrekkelijke relatie met de gemeente die hem de opdracht verstrekte het landschap in Weststellingwerf te schilderen voor de op handen zijnde ruilverkaveling. Ook kwam hij in die tijd in de zogenaamde BKR-regeling. Een paar keer per jaar kon Rinny werkstukken inleveren waarvoor hij dan geld ontving. Mevrouw Faber-Hornstra, toendertijd een autoriteit in de friese culturele wereld, kwam het werk in het begin persoonlijk beoordelen. Er waren mensen die Rinny daardoor als een soort profiteur zagen, maar zijn inkomen was beslist geen vetpot. Door zijn levensstijl had hij voortdurend geldgebrek, nog afgezien van het feit dat hij regelmatig vergat om werk in te leveren.
Rinny verdeelde zijn tijd tussen keihard werken in zijn atelier, een bezoek aan het café, wandelen in de natuur en op reis gaan naar Italië. Soms was hij dagen achter elkaar in de kroeg te vinden, dan had hij weer een periode van strenge onthouding en keihard werken. Rinny was een nachtmens. Hij kon nachten doorwerken aan een schilderij en was vaak 's nachts in de natuur te vinden. Ook in het café was hij nooit één van de eersten die aanstalten maakte om naar huis te gaan. Als de op steenworp afstand van zijn atelier gelegen "Stuyvesant-bar" om twee uur sloot, ging hij vaak nog even met de eigenaar, Ben Brinkman, mee naar "De Acht Pilaren". Daar zaten ze dan nog uren te praten en te luisteren naar muziek van onder andere Liesbeth List. In één passage kwetterden een paar vogels en als het zo ver was zei Rinny altijd: "Brink, let op, daor komt ie weer an". Ze waren dan beide weer klaarwakker.
Velen benijdden hem om zijn levensstijl die duidelijk afweek van wat in Weststellingwerf toen de norm was. Toch kon hij bij een aantal mensen uit het bedrijfsleven een potje breken. Hij liet namelijk lijsten maken bij Boll en scharp, die hij vervolgens niet betaalde. Als betaling moest hij dan de meubels beitsen en poetsen. Omdat dat geen groot succes werd, mocht hij de lijsten afbetalen met schilderijen. Een aantal mensen van Boll en Scharp zullen dan ook wel ergens een schilderij van hem hebben.Rinny werd zelfs populair. Men vond het interessant om hem erbij te hebben als er een feest was. Hij was een aangenaam "causeur" en feestvierder, die zijn gastheer bovendien het imago gaf in cultur geïnteresseerd te zijn.
Eind 1966 had Rinny zijn eerste officiële tentoonstelling in de R.K. L.T.S. in Wolvega, waar hij samen met Jan A. Bakker en André van Weerdenburg exposeerde. Het werd zijn eerste grote succes, want de recensie in diverse kranten waren voor hem zeer lovend: "Van de heer Siemonsma waren er 31 stukken, in litho, droge naald, ets, pentekeningen en olieverf, rijk gevarieerd, bijzonder gevoelig soms, zeer raak getroffen in andere gevallen, smaakvol van compositie, diep doordacht en direct aansprekend, maar allemaal zeer interessant."
Rinny had de smaak van het exposeren te pakken. Slechts vier maanden na zijn eerste tentoonstelling exposeerde hij zijn werk in de openbare bibliotheek in Heerenveen. De heer Stek, oud leraar aan de LTS in Heerenveen, opende deze tentoonstelling, waarbij hij in zijn openingsspeech opmerkte dat Rinny reeds op de LTS "eruit" liep. Over het werk zei hij, dat het "een zekere orginaliteit vertoont, en dat Rinny beslist niets moest hebben van enige navolging van welk "isme" ook."
Foto's : Rinny aan het werk in zijn atelier, en het schilderij van 'Huize Lindenoord'.